Anekdotes - Sint Jorisband, de verkennersband van weleer

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Hier komen alle anekdotes en herinneringen te staan die via het contactformulier binnenkomen of middels de gesprekken die ik vast nog ga voeren met jullie. Enkel feiten zullen terugkomen in het historisch overzicht, daar herinneringen soms enigszins vervormd kunnen zijn. Als meerdere mensen hetzelfde kunnen herinneren zal het wel waar zijn (vergeef me mijn kritische kijk op het menselijk geheugen).

Leo Pelsers (zoon van Jo Pelsers)







Karel Kisters:







Willem van Leeuwen:












Piet Bardoul:










Ik weet mij nog te herinneren dat de St Jorisband vaak oefende in de St Jozefschool aan de Nobelstraat achter het toenmalige Pancratius huis. Wij woonde aan de Nobelstraat en daar werden veel carnavalspakjes gemaakt voor de optocht van Heerlen. Bij ons thuis was het vaak een hele dolle boel als de scouting en st jorisband aanwezig was. Dat heeft later zijn vervolg gekregen aan de Pliniusstraat.

Ik denk dat ik 5 tot 7 jaar lid ben geweest en heb in 1957 met de band het nationaal kampioenschap in den Bosch behaald. Ik vermoed dat dit het laatste optreden is geweest. We zijn op de terugweg vanuit Den Bosch nog in Het kamp Vreekwijk in Deurne aan geweest waar ik toen als jeugdleider werkte. Ik heb nooit een instrument bespeeld ben altijd tamboer-maitre geweest. Wil v.d. Ven heeft mij opgevolgd en daarna Heinz Schmeets.

Kan mij herinneren dat we repeteerde op vrijdagavond op de zolder van een vleugel van de Mulo Pancratius in Heerlen en op de maandagavond in de kantine van de gemeentewerken in Heerlen. Carnavalsoptocht, een maal 1 week later gehouden vanwege de heftige sneeuwval en we zijn eens naar Duitsland geweest maar ik weet niet meer waar dat was. Werden bij Duitse Scoutsfamilie ondergebracht.
Ik ben zelf nog speler bij een Samba-Band Volle Petaj in Maastricht. Speel daar Surdo 24 inch. Grappig omdat de grote diepe blauwe trommels bij de St Jorisband altijd al grote indruk op mij hebben gemaakt, echter daar was ik toen nog een te klein manneke voor.

Zoals vermeld was ik bij de St Jorisband toen hij opgericht werd, veel kan ik me helaas er niet van herinneren. Ik weet zelfs niet hoe lang ik klaroenblazer ben geweest. Ik had op klein seminarie van de Paters v.d. H Geest in Weer gezeten van Sep 1948 - December 1949. Hier zat ik in het orkest en heb toen geleerd om bugel te spelen. De waardevolle lessen op de klaroen, geleerd onder de eerste instructeur Feller heeft me goed geholpen want toen Willy Schoenmakers, een mede bandlid en ik opgeroepen werden voor dienst in feb 1955 werden wij ingedeeld als klaroenblazers bij de Band van de Limburgse Jagers.
Ik ben nu al sinds april 1956 in de VS, ben met een meisje uit de Groenstraat getrouwd. Kort na mijn aankomst werd ik in het amerikaanse leger opgeroepen waar ik tot mijn pensioenering op 60 jarige leeftijd een weekend per maand heb moeten opkomen. Nu zit ik al 15 jaar bij de Georgia State Defense Force, een reserve onderdeel van de Georgia Army National, als Sgt Majoor en geloof het of niet, ik werd door onze bevelhebber onlangs gevraagd om een muziekcorps op voeten te zetten. We hebben een 24 muzikanten, helaas geen drumband. Het enigste instrument wat ik in de band spelen kan is de deksels (cymbalen) wat ik met veel enthusiasm doe. Hub Wensink , ook door zijn associatie met de St Jorisband, is "verder gegaan" voor jaren als bariton speler in St Cecelia. Zo ziet men weer wat een geweldige invloed Dhr Feller heeft gehad op ons jeugdige klaroenblazers van weleer.
Aanvankelijk schreef Piet dat Willy Schoenmaeckers ook bij de band zat. Maar kort daarop volgend mailtje:

Ik zat nog eens goed na te denken over vroeger, specifiek over Willy Schoenmakers.  Nu meen ik me ineens het volgende te herinneren.  Willly was volgens mij NIET bij de St Joris bent.  Toen we in onze Recruten tijd bij de Limburgse Jagers gevraagd werden of er soms musikanten bij onze lichting waren stapte ik en Willy naar voren.  Hij wilde perse bij de muziek ipv zandhaas te moeten spelen dus hebben we gezegd dat hij bij de Verkenners Band gespeeld had.  Ik heb hem voor een tijdje voor wij zouden overgeplaatst worden, leren blazen.  Heb het blijkbaar niet slecht gedaan want ook hij werd geaccepteerd.


Hub Erven:




























Wil Maurer:

















John Bovendeert:









































































Rudi Jaspers:








Alex Grooten:




Bij de landskampioenschappen in Eindhoven verloor de band punten met op de eerste plaats een verkeerd gezoomde broek van Hub en ten tweede door een onwaarschijnlijk voorval. De vaandel van een es-trompet ging los, het haakje van het vaandeltje raakte verstrengd bij het kruisen aan de touwen van een trom waardoor een fractie later (the show must go on) een es-trompet aan een trom bundelde.
Als we op pad gingen met de bus was het altijd erg gezellig, Jac had dan zijn gitaar bij zich en Jan vaak zijn accordeon. Ergens in een café had Jacques de ober zover gekregen om van kleding te wisselen, Jacque dus in obertenue en de ober in verkennersuniform.
Bakker van Birgelen bakte ooit voor de carnavalsoptocht voor ieder bandlid een nónnevót en er zou een wedstrijd zijn geweest wie het langst gedurende de optocht van de nónnevót kon afblijven.
Een tamboermaitre van de Padvindsterband wou wel eens voorop lopen bij de Jorisband. Enigszins trots moet ze voorop gelopen hebben, en de laatste 50 meter van haar performance alleen, want Hub zorgde er stiekem voor dat de band counterde en dus de andere kant op liep. Eenmaal in de gaten rende de tamboermaitre snel terug naar de band.
Ton Vrencken presteerde het een bekken dubbel te slaan (indeuken) tijdens een optreden, waarna hij de groep verliet, aan de kant zijn bekken op de stoeprand plaatste, met een ferme trap het bekken weer uitdeukte en strak in het gelid zich weer bij de band voegde, dit tot groot vermaak van het publiek.
Naschrift: Hub heeft veel meer verteld in de 3 uur dat ik op bezoek was, maar ben helaas weer veel vergeten.

Van de optredens in die periode kan ik me het volgende – in willekeurige volgorde – herinneren: jaarlijks op 17 sept de Bevrijdingsdag en carnavalsoptochten in Heerlen; Brussel Expo; Brugge met bezichtiging van stad en glas- in loodwerkplaats; Halfvastenoptocht in Hasselt; optredens Heiligenhaus, Moenchen-Gladbach/Reijdt, britse legerbasis Geilenkirchen. Na afloop van een mars in Heerlen kwamen we bij elkaar in het Pancratiushuis en mochten daar een chocomel of limonade drinken.
De busreizen van de band waren heel gezellig en hilarisch, omdat Jac Stolmann altijd zijn gitaar bij zich had en daarmee ook parodien en nummers van de Globetrotters uitprobeerde o.a. Katarina va Wélte (Catharina Valente). Ik kan me de vroegere dassen niet herinneren, maar wel die blauwe met achterop het embleem, fluitekoord, witte gebreide handschoenen en dasknoop (of hoe heet dat ding). Mijn broer Hans en ik hebben die dasknopen voor de hele band met de hand gemaakt uit 125 cm lange stukken wit zog. gordijnenkoord, een heel karwei.

Ik denk met veel plezier terug aan de jaren dat ik lid was van de jorisband. Laat ik beginnen met te vertellen dat ik eerst als jonge verkenner een korte periode aspirantlid was van de de band. In die tijd was de werving voor de band bij de hubertusgroep bekkerveld ( daar was ik al vanaf welp lid bij) steeds erg succesvol. Ik moet toen een jaar of twaalf geweest zijn in 1956 of '57. Ik herinner me dat we als aspiranten gingen repeteren in het h.k. aan de sittarderweg o.l.v. instructeur van Bentum. Ik kreeg destijds zo'n ronde broodplank met daarop een zwarte rubberen laagje gespijkerd, waarop we de vlamslagen roffels thuis moesten oefenen. Ik heb toen na een paar maanden om een of andere reden afgehaakt.

In 1961 heb ik me toen opnieuw aangemeld als lid en na een maal als vlaggenist te hebben meegelopen, kreeg ik de kans om de bekkens te gaan slaan. Ton Vrencken (bijnaam "gabby"), de bekkenist uit die periode, weidde mij in in de geheimen van de koperen deksels. Ik herinner mij een van mijn eerste uittrekken met de band, dat ik als bekkenist liep tussen twee vermaarde overslagmeppers, waaronder Sjaak Stollman. Ik meen dat Karel Kisters en Wil van de Ven destijds de tamboermaitres waren. In 1961 werd een tweede paar bekkens aangeschaft en met Johan Pelzer (mijn vriend) vormde ik het bekken-duo. Ik voorzie je van een foto waarop johan en ik te zien zijn bij een optreden ter gelegenheid van de neomisten de paters (broers) van de familie Wanders uit de Caumerbeeklaan.
Ik weet dat de repetities in die tijd voor het eerst werden gehouden in de kantine van de gemeentebedrijven aan de gringel. In die tijd was het ook de gewoonte om met koninginnedag 's morgens in Terwinselen een rondgang te maken en dezelfde dag ook in het centrum van Heerlen. Vanaf 1963 in de periode dat instructeur van Bentum ziek werd en naderhand Hans Strüver de repetities ging leiden ben ik de overslagtrom gaan slaan en was ik reservetamboermaitre. Ik heb me toen thuis haast bewusteloos geoefend in het leren gooien van de tamboermaitrestok. Het was die witte stok met de houten witgekalkte bol onderaan. Vaak was deze bol al bijgeplamuurd, geschuurd en bijgeverfd. Ondertussen,  Jan Kuipers was toen tamboermaitre, was de band overgegaan tot de aanschaf van jachthoorns, moderne lichtgewicht concerttrommen en naderhand tot bastrompetten. Ook een nieuwe tamboermaitrestok hoorde bij de modernisering onder Hans Strüver In deze periode liep ik als overslagtrommelaar bovendien met een heus tijgervel over mijn rug.

Vanaf 1964 heb ik in mijn agenda notities gemaakt van aktiviteiten van de jorisband. ik vermeld hier het een en ander daarvan:
1964

30 april   
rondgang terwinselen/heerlen
20 juni
nationaal bandconcours te eindhoven 2e prijs
21 juni  
feestelijke rindgang te heerlen
2 september
serenade aan bestuurder Hans Dreikoningen (bekkerveld)
6 september
kortrijkband


1965

29 januari
jorisband ouderavond met presentatie van nieuwe concerttrommen
30 januari
nog steeds rondgang terwinselen + serenade aan dhr merx (v&d) en optreden bij groep buitenlandse werknemers te eygelshoven.
1 mei
15-jarig bestaan jorisband met gasten: arnhemband en amsterdamband
4 juli  
naar amsterdam+ bloemencorso aalsmeer.
Hier laten mijn aantekeningen me in de steek en ik schat dat ik nog tot 1966 lid ben gebleven.

Ik was er vanaf het begin bij, ik herinner me nog dat ook Eddie Zilvertand (of:Silvertand?) er toen bij was, wij oefenden altijd samen. Als instructeur hadden we een man van het leger, hij heette Feller, als ik me goed herinner. Wij hadden steeds een - sportieve - konkurentie met de marschband van de Heerlense Politie; één keer lieten zij ons "winnen"; zij hadden natuurlijk de betere uitgangspositie met veel meer gelegenheid, te oefenen; zij waren halve "profis".

Ik speelde half diep. Was bij de Jorisband in 1956 en ben er uit gegaan, vanwege onregelmatige diensten in de kolenmijn in 1959. 1961 ingetreden in de congregatie: De Sociëteit van Jezus. Ben een paar jaar in de missie geweest maar door ondervoeding terug gekomen. Tijdens het concours, was ik te onzeker en droeg toen de vlag.

 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu